Meer walnoten in de Betuwe?

Melissa den Beer Poortugael is aanjager van de walnotenteelt. Samen met haar man teelt en verwerkt ze walnoten. Hun bedrijf, ‘Veld 4’, produceert ook walnotenproducten.
Langs de Dorpsdijk in Rumpt, met de imposante notenbomen langs de kronkelende Linge, vraag ik naar haar drijfveer. “Ik vind het mooi dat er zomaar dingen groeien die je kunt eten. Walnoten zijn heel voedzaam en de bomen hebben weinig onderhoud nodig.“
Kenmerken
De walnoot kan uitgroeien tot een hoge en statige boom met een brede, luchtige kroon. De boom is te herkennen aan een grijze bast. “De boom hoort in de Betuwe, bij vrijwel iedere oude boerderij stond er minstens één. De voedzame grond op wat hoger gelegen gedeelten is uitermate geschikt, walnoten houden van droge voeten. Vroeger werd gezegd: plant een walnotenboom onder je slaapkamerraam, dan heb je geen last van muggen. Het is anders: walnoten groeien niet graag op natte plekken waar muggen leven.”
Experimenteren met walnoten
Melissa heeft veel geleerd over de professionele teelt bij een lokale notenboer in Frankrijk. “In Nederland en België zijn pas de afgelopen jaren veel walnotenboomgaarden aangeplant. Meer en meer boeren experimenteren met walnootbomen op hun land. Ze verbeteren de bodem en zorgen voor schaduw voor hun koeien. Ook in voedselbossen zijn walnoten een graag geziene soort. En hoe ouder de boom, hoe meer noten deze draagt. Aangezien een walnotenboom meer dan 100 jaar kan worden, blijven ze dus lang productief.
Goede vleesvervangers
Walnoten bevatten gezonde vetten, eiwitten en vitaminen; ze zijn goede vleesvervangers. En het groeit zo dichtbij! Je merkt dat zo’n dorpsboom ook een sociale functie heeft. Ik pleit ervoor om op openbare stukken groen bomen met eetbare vruchten te planten. Walnoten zijn duur, mensen zijn blij als ze ze in de buurt kunnen rapen.
Met walnotenbomen, kun je meer hoogstambomen in het Betuwse landschap brengen. En dat op een makkelijke manier, met relatief weinig onderhoud.”
Tekst en foto: Emmie Nuijen